Pantherophis guttatus

Pantherophis guttatus

De maïsslang, of rode rattenslang (Pantherophis guttatus) , is een soort die voorkomt in het zuidoosten van de Verenigde Staten en het noorden van Mexico. Ze leven voornamelijk in dennenbossen en maïsvelden, wat de oorsprong is van hun naam 'cornsnake'. Ze kunnen ongeveer 120-150 cm lang worden en 15-20 jaar leven. Maïsslangen zijn schemer- en nachtdieren. Ze zijn een van de populairste slangen om als huisdier te houden vanwege hun kalme temperament.

Behuizing

De rattenslang is een solitair dier. Slangen voelen zich het prettigst als ze alleen zijn. Dat ze elkaar tolereren, betekent niet dat ze van het gezelschap genieten. Het terrarium moet minimaal 120x50x50 cm zijn, bij voorkeur nog groter. De slang moet zich in zijn leefomgeving kunnen uitstrekken. Kies een bak die niet te laag is, want ze klimmen soms graag, ondanks dat ze voornamelijk op de grond leven. Zorg voor een dikke ondergrond van minimaal 10 cm en voldoende schuilplaatsen, want ze graven zich vaak in. De ondergrond kan bijvoorbeeld van cocopeat zijn. Zorg ervoor dat de rattenslang niet bij de warmtebron kan komen, want ze kunnen zich verbranden. Voor decoratie kun je takken en stenen gebruiken. De stenen worden gewaardeerd om zichzelf op te warmen en ze kunnen over de takken klimmen. Gebruik geen cederhout, want dat is giftig! Het aanbieden van mos is ook nuttig, want dat kan helpen bij het vervellen. Zorg ervoor dat de decoraties stevig zijn geplaatst; losse stenen of takken kunnen de slang verwonden. U kunt echte (onbehandelde, niet-giftige) planten in het terrarium zetten, maar houd er rekening mee dat deze de planten kunnen beschadigen.

Temperatuur en vochtigheid

De temperatuur moet tussen de 24-28 graden zijn aan de koele kant en 33 graden onder de lamp. De luchtvochtigheid moet op 40-60% worden gehouden. Om vitamine D3 te produceren, hebben ze UV-licht nodig. Reptielen synthetiseren vitamine D3 in hun lichaam dankzij UV-licht. Ze hebben D3 nodig om calcium op te nemen. Een UV-lamp moet eenmaal per jaar worden vervangen. Het is het beste om T5- of T8-verlichting te kiezen.

Verzorging en behandeling

Reptielen zijn in de eerste plaats dieren om te observeren en geen huisdieren om te knuffelen. Knaagdieren zijn makkelijk te hanteren, maar dit zal altijd stress veroorzaken. Het is raadzaam om dit zo min mogelijk te doen. Als u uw reptiel moet hanteren, bijvoorbeeld voor een gezondheidscontrole, is het raadzaam om uw handen te wassen voor en na het hanteren. Als u uw slang wilt hanteren, kunt u hem het beste bij het midden van zijn lichaam oppakken. Als u hem bij de kop pakt, loopt u het risico op een beet. Hanteer ze voorzichtig of met een slangenhaak. Hanteer ze niet terwijl ze aan het vervellen zijn; slangen zijn in deze tijd praktisch blind. Het is belangrijk om het terrarium schoon te houden. De ondergrond moet vrij zijn van afval en dode etenswaren moeten worden verwijderd.

Voeding & supplementen

Ratten slangen hebben muizen en ratten op hun menu. Je kunt ze levend of dood voeren. De prooi mag niet groter zijn dan het breedste deel van hun lichaam. Het voeren van levend voer brengt risico's met zich mee. De muis of rat kan je slang verwonden door te bijten of krabben. Bovendien is het voeren van levend voer verboden en mag het voedseldier niet onnodig lijden. Jonge slangen kun je het beste elke 5-7 dagen voeren, terwijl volwassen slangen elke 2 weken gevoerd kunnen worden. Muizen zorgen voor een complete maaltijd, dus het is niet nodig om extra vitaminen of calcium toe te voegen. Ze drinken regelmatig, dus een grote waterbak is belangrijk. Ze vinden het ook leuk om af en toe te weken, dus de bak moet groot genoeg zijn voor de slang. Zorg er altijd voor dat er vers drinkwater beschikbaar is.

Conclusie en moeilijkheidsgraad

Rattenslangen worden algemeen erkend als de meest gehouden en gefokte slangensoort onder reptielenliefhebbers. Deze populariteit is grotendeels te danken aan hun aantrekkelijke eigenschappen en relatief eenvoudige verzorgingsvereisten, wat ze een goede en betaalbare soort maakt voor beginners om mee te beginnen in de fascinerende wereld van herpetologie.


Moeilijkheidsgraad 1 uit 5 .

Oorspronkelijke auteur: Tessa Schrör


Terug naar blog